woensdag 22 september 2010

Ingesponnen



Zie hoe ze daar hangt tegen de avondlucht.
Een zuchtje wind doet heel haar web bewegen.
Onze maaltijd is gelukkig binnen. De hare
moet klaarblijkelijk nog beginnen.
Ze houdt de in haar web gevangen vlieg
nog even voor de gek.
De kaken gaan dan open van mevrouw de spin.
Mijnheer de vlieg moet daar in kleine stukjes in.

 




















 
Daarboven hangt een ander wezen
nog bangelijk zijn laatst gebed te lezen.
Er is, zo lijkt het, geen ontkomen aan.
Weldra zal het met haar en huid
op de menukaart staan.

Het wezen groen -
zou dit een krekel zijn?
De spin zal hem verteren
met haar vals venijn.



Toch is ze op haar eigen
manier mooi, het moet
gezegd.
Maar wat als die ontmoeting
nu eens voor jezelf was
weggelegd?

Posted by Picasa

maandag 20 september 2010

Herfstboeket



September. Herfststart haast. Maar er zijn nog bloemen.
En mooie ook. Op hun mooist in de gouden uren, als de zon
haar stralen over de aarde gooit. Zie die licht-inval. Zie dat
straal-schijnsel. Zie die zonne-gloed. Om bij te knielen.
Om even in tijdelijke vervoering bij te raken.
Op het juiste tijdstip 's morgens.
Op het juiste tijdstip 's avonds.
Hier: iets te vroeg, of iets te laat -zoals je het bekijkt.
Terugkomen dus. Op het juiste tijd-stip.
Op het juiste gloed-moment.
Bij de juiste zonne-sterkte.
Bij de juiste licht-breking.



Maar ook gewoon is al mooi genoeg, zoals de natuur hier
nonchalantjes een mooi boeketje, losjes over haar schouder,
toch prachtig heeft samengegooid.
Wat schermwit tegen wat achtergrondgroen.
En wit is altijd mooi.
En daar in contrast wat paars bij.
En ook paars is altijd mooi.
Om dan nog te zwijgen van: wit en paars - samen!

Posted by Picasa

Tunneltje



Overal waar het duister of verborgen of verafgelegen is,
durven mensen op muren en andere te kladden.
In ondergrondse tunneltjes bijvoorbeeld. Daar spuit of klad je
dan dingen neer die je in volle daglicht, in volle zicht
niet zou schrijven. Je laat je gaan, je haat en je frustratie.
Je woede. Je verliefdheid. Je verlangens. Je ontgoocheling.



In zwarte letters of in rode. Klein gekrabbeld of extra groot.
Inderhaast of met oog voor detail en afwerking.



Dat de trotse naam "Opwijk" een officieel aangebrachte schildering
moet zijn, is duidelijk. Het schilderen voorbereid. De kleuren opvallend.
De schikking doordacht. Je zou denken dat een goed voorbeeld de
zondagsschilders tegen zou houden. Maar nee. Ze kladden maar raak.



Spijtig, want men kan het evengoed mooi houden. Het mag dan
nog zwartgallig zijn, of sarcastisch. Ook daarin kan met stijlvol
zijn, of kunstzinnig. Een uitdaging voor schichtige schilders met
spuitpistool of stiften: "Schilder met stijl. Smuk tunnels kunstzinnig
op.Vervuil ze niet verder!"

Posted by Picasa

Het dopjestapijt - sparen voor een hond!



Een mooie actie: flesdopjes verzamelen voor het goede doel.
Tienduizenden, honderdduizenden moet men er bijeen zien te
krijgen om ze dan veelkleurig te verbrijzelen. Hersmelten,
waarschijnlijk. Herkleuren in één tint. Daar dan nieuwe paletten
van persen. Voor de geleverde gerecycelde grondstof zoveel
cent per kilo of per ton krijgen. Voor het goede doel.



Om mensen en kinderen aan te sporen, bij wijze van speelse start:
de naam van je dorp met dopjes vol laten leggen.
Opwijk wordt dopjeswijk. Dopjesopwijk. Opwijkse dopjes op
omschakelingstocht.



Kijk toch hoe kleurrijk! Als elk gezin verzamelt, als elke famlie
verzamelt, als elke buurt verzamelt, als elk gehucht verzamelt,
elke parochie, als het hele dorp verzamelt...
wat een regenboogkleurrijk Opwijkse dopjestapijt!




En met het ingezamelde geld van heel de dopjesinzamelactie
een blindegeleidehond kopen en opleiden, maandenlang, zoniet
jarenlang met veel geduld, tot de hond inderdaad een blinde leidt,
zijn trouwe metgezel wordt. Zijn donker blindenbestaan oplichten
met samengebald warmemensenlicht - en de steentjes die je bij kan
dragen zijn dopjes, opzijgelegd, verzameld van al de flessen water,
frisdrank, ice-tea, fanta, cola...die je drinkt. Eenvoudiger lijkt niet
te kunnen. Maar het vraagt dagelijks even die gedachte: oh, een
dopje! En je gooit het dopje in het potje dat dag aan dag
hoger gevuld wordt. En als het dopjespotje vol is
neem je een nieuwe dopjespot...en dopje voor dopje raakt ook die
gevuld. Hij is veelkleurig om naar te kijken. En als je naar hem kijkt
stroomt iedere keer weer een klein beetje dagelijkse moed in je
binnen om het vol te houden, dopje voor dopje, stap voor stap...

Posted by Picasa

zondag 19 september 2010

Bij de fruitboer en boerin










Zeepkistenrace



Een zeepkistenrace! Mijn god, lang geleden dat ik daarvan
gehoord had. In een of andere kinderstrip ooit, denk ik.
Nu kom ik de zelfgemaakte vehikels onverwacht tegen
op het Perreveld. Ze worden vanop het hoogste punt
van de "berg" bovenaan de Droeshoutstraat gelanceerd
en moeten zo snelheid halen. Hier en daar staan zelfs
strobalen opgesteld om in noodgevallen hun wilde vaart te breken!



Veelkleurig en inventief zijn de eigen maaksels.
Oude fietsen kunnen dienst doen, of kruiwagens. Wielen
van oude koetsen, onderdelen van zware motoren.
Je kan het zo gek niet bedenken of de knutselaars hebben
er wel materiaal voor een zeepkist in gezien.



Sommige begeven het al kort na de start, schijnt het.
Ja, ze zijn soms tegen de deadline aan in elkaar geflanst,
zodat niet optimaal aan alle kwaliteitsnormen is voldaan.
De makers beloven elkaar plechtig dat ze er volgend jaar
op tijd aan zullen beginnen. Geklop in een tuinhuis, wat
pintjes erbij, de lievelingsmuziek keihard. Goei maten!



Mannen die ze maken worden dan weer de knapen van
vroeger. Hun bloedeigen kinderen en andere juichen mee
als ze de helling komen afgesnord. Nadien moet je de
vehikels wel weer eigenhandig naar boven duwen.
De soms krakkemikkige maaksels eigenvoetig
de berg op trappen wil wel eens lastig uitvallen.

Zeepkistenrace. Er kwam veel volk op af.
Nieuw volksvermaak. Tegen volgend jaar is het hele
gebeuren nog gegroeid, aan de belangstelling van dit jaar
te zien. Ik heb twee linkerhanden, schijnt het, dus ik
zal niet vierklauws aan het tefferen slaan in mijn
al te krappe tuinhuis. Maar als het weer zover is
volgend jaar ga ik kijken. Bovenop de berg zal ik staan, en
de zeepkisten wat duwtjes in de ruggen geven. Oh, aan wat
een vurige snelheid zullen ze gierend de Opwijkse bergen
af razen!

Posted by Picasa

Afbraak



Je weet wel dat het gaat gebeuren, maar dan gebeurt het,
en je staat toch verbaasd. Het huis van onze buur die een
jaartje geleden stierf, gewoon gelukkig op uitstap, en krak.
Zowat tachtig, zijn deel van het leven gehad, vrouw al de
hemel in, waarom zou hij niet volgen?
Zijn huis dus, dat nadien zo moederziel alleen zo duidelijk
leeg stond. Nog een cactus voor de ramen. Je zag van op
straat nog het behang van de kinderkamers.

Dat huis moest gesloopt. Een paar huizen zouden in de
plaats kunnen komen. Het huis had zijn leven geleefd,
zijn man en zijn vrouw gelukkig en in volle bloei geweten.
Kinderen gekomen, alle zorgen en vreugde gedeeld.
Nu dan toch de bulldozer, de kraan, de zware laadwagens
die het puin als fundament voor nieuwe bouwsels naar de
juiste plaatsen vervoerden.



Achter de resten van het vroeger huis staat nog
zijn hobbyserre. Serres waren zijn lang leven.
Daarin kweekte hij bloemen, die liet hij op rails verder rollen
naar de ene teelt als de andere kort en klein was geknipt.
Die bloemen bracht hij naar de veiling. Daar kon hij dan zijn
babbel doen. Daar dronk hij in de vroege ochtend koffie met
de andere bloemisten. Dan kon hij aan zijn vrouw thuis ook
weer de verhalen doen die hij zonet gehoord had. En hij
wist zowat alles, ook uit de buurt en uit het dorp. Hij wou
weten, en in de dingen die gebeurden delen, en daar dan
wat over filosoferen.

Nu mijmer ik over hem. Ik zie hem nog op zijn fiets de hof
afrijden, of zie hem bezig in zijn serres, of hoor zijn stem
en zie de onafscheidelijke pantoffels aan zijn voeten.
Hij was een voorganger. Hij was een buur. Hij was een
nieuwsgierige deelnemer aan het leven. Hij droeg zijn
steentjes bij. Ongetwijfeld genoot hij van zijn velden en
zijn bloemen en het geduldig winterse herstellingswerk
waar zelfstandigen zo goed in zijn. Van alles wat hij eventueel
nog wel eens zou kunnen gebruiken lag zijn werkhuis vol.

Straks zullen waar zijn huis stond nieuwe woningen verrijzen.
Gelukkig is daar de woning van een kleinkind bij. Zo gaat
toch iets van een familieketen, een buurtbewoning verder.

Voor alle gelegenheden maakte buur bloemist boeketten,
als eerbetoon aan anderen, tot eer en glorie van
de bloementeelt in onze streek.
Nu maak ik mijn kleine woordboeket voor hem. Vaak als
ik zijn huis voorbijrijd, ook als het er straks helemaal niet
meer is, zal ik nog even bij het zien van serres, bloemen,
bomen aan hem denken.
Posted by Picasa

Vruchten van de oogstmaanden



Een doos gevuld met wat herfstgerief.
Appelen van de eigen bomen, vaak wel wat wormstekig.
Druiven gewoon van tegen de huisgevel, in de open lucht.
Een late roos en wat herfstbloemetjes voor in een vaasje.

Dat soort dingen geven mensen aan bekenden mee.
Aan hun opgegroeide kinderen die het huis uit zijn
in de eerste plaats.
Misschien zitten ze op kot, wonen ze samen, leven ze
met vrouw en kinderen in een eigen huis.
Maar wat eigen kweek uit de tuin van de ouders:
altijd welkom. Onbespoten. Herkenbare smaken uit
hun eigen jeugd. Een bloempje van de struik die ze in
dat hoekje van de tuin nog weten staan.

En als er overvloed is: een pakje in de fietstas voor de
kennissen die passeren. Of voor de buren die met
pensioen zijn en tijd hebben om van een emmer
appelval appelmoes te maken.

Want alles kan niet zelf worden verwerkt of opgegeten.
In de oogsttijd valt alles ons zo gul en overvloedig
in handen dat we graag een beetje delen.
Zo raakt confituur in potjes.
Zo worden druiven nagerechtjes.
Zo worden appelen appelmoes voor in de winter.
En zo gedenkt de mens de fabel van
de krekel en de mier.
Posted by Picasa

zaterdag 18 september 2010

Prinses poes



Poezen. Ze palmen zo parmantig
huizen in. Ze komen en gaan er als
vanzelfsprekend, als heren en dames,
prinsen en prinsessen in een paleis
waar al de rest maar voetvolk is.
Een poes bind je niet, die verwaardigt
zich op jouw schoot te komen zitten,
plots, met een sprong. En al even plots
glipt ze eigenzinnig weer de deur uit,
op naar haar ander soort leven.



Ze zit lang onbewogen op één plaats
te mijmeren en geheimzinnig poes
te wezen. Je mag gaan en komen, ze
ziet het niet, het stoort haar niet.
Maar ga haar uit de weg, laat haar met
rust, maai niet het gras van onder
haar voeten weg.
Prinses poes, laat je af en toe aaien,
eet het eten op dat we voor jou in je
bordje gieten, blijf maar rustig in de
beste zetel liggen, lig maar lui languit
te genieten in de zon terwijl wij drukdruk
in de weer zijn.
Wijs ons op de vanzelfsprekende geneugten
van een vrij en ongebonden poezenleven
dat ook de mens zich aan kan meten -
als hij durft en wil.
Posted by Picasa

Langpootmuggen



Langpootmuggen - ze hebben een naam die duidelijk
omschrijft wat voor insect je kan verwachten.
Daddy Long Legs in het Engels: al even goed.
Als ze zo tegen het raam geplakt zitten zijn ze een levende
illustratie van hun veelzeggende naam.
Ik weet niet of meisjes er wat bang voor zijn, maar
gevaarlijk zijn ze in ieder geval niet. Onhandige
pubers met te lang uitgevallen ledematen die met
zichzelf geen blijf weten.

Hoewel. Ik heb geweten dat ze iets van een dreiging
leken toen ze jaren geleden in hele horden ons terras
overspoelden. Als het dan geregend had lagen ze met
honderden onhandig in de achtergebleven plassen te
watertrappelen. Het duurde urenlang voor ze
weer droog raakten, maar niet allemaal stegen ze dan als
trage helikopters weer naar drogere oorden. Hele zwermen
bleven er in, en die moest je dan met een zwabber maar
naar de goot toe maneuvreren, de dieperik in.

Ik heb toen ook gezien waar langpootmuggen vandaan
komen. Op ons gazon lagen toen duizenden kleine
afgeworpen coconnetjes waaruit de diertjes zich hadden
losgewrongen. Blijkbaar zaten ze in de graszoden groot
en langpotig te worden en als ze volwassen werden
propten ze zich naar boven en lieten hun afgeschudde
cocondwangbuis op het gras achter. Dan hun eerste,
onhandige vliegpogingen naar de gevels van ons huis
en naar het terras toe. Ik heb ze toen uitentreuren
kunnen bestuderen als ze in horden op onze ramen lui
languit kwamen zitten zonnen. Lieftallig vond ik ze niet
bepaald, maar ook niet huiveringwekkend. We lieten
ze rustig bestaan en dachten dat het, als een
sprinkhanenplaag in Egypte, ook wel over zou waaien.
Dat deed het, maar als ik ze soms nog tegen de ruiten
geplakt zie zitten, groet ik ze even, als oude maten die
lang geleden watertjes dicht bij ons huis hebben
doorzwommen.

Silhouetten




Alles wat zich bij ochtendlicht of avondval tegen de lucht
aftekent valt extra op, krijgt er een extra dimensie bij.
De toren van een kerk bijvoorbeeld, met zijn kruisen en
versierselen. Daar wat boomkruizen naast, of de daken van
de huizen van een dorp.
Rustgevend, zo'n torenspits.
Een baken ook. Iets om naar op te kijken.



Maar ook als je op stap bent in een veldweg en de maan boven je
staat te schijnen: silhouettenschoonheid. Tegen die avondlucht staan
maïskolven en hun toppen scherper afgetekend. Voor zolang dat
nog duurt, want straks moeten ze er ook aan geloven: kopje kleiner,
voeder voor de dieren.



De maan geeft hun voorlopig nog wat extra standbeeldkwaliteit,
wat slankheidsallure. Daar de wind dan nog in spelen, en in de verte
bomen die meeruisen. Er is niet altijd veel nodig om van een sterk
spektakel te kunnen gewagen! Gratis zichtbaar, dag aan dag!

Posted by Picasa

KWEEPEERCONFITUUR




Kweeperen geplukt van de oude kweeperenboom. Een
boom waar je nog iets aan hebt. Altijd geeft hij zijn vruchten.
Altijd kan je er confituur van maken. Als je hem lust.
En dat doen we. Hij is mooi rozig van kleur, gezond en lekker.
Je zet alles klaar om met het confituurmaakwerk te beginnen.
Een grote koperen roerkom. Een borsteltje om de vruchten
eerst schoon te wrijven, want ze hebben een soort donslaagje
over zich heen. Een mes en een stevige snijplank om de harde
vruchten te vierendelen of meer.



Je snijdt de peren door. Rats door de pitjes in hun klokhuis
soms. Dan zie je weer hoe mooi en knus ze daar in hun van
vruchtvlees omgeven stulpje zitten. Als je ze op de grond
zou laten liggen rotten, zouden uit de pitjes misschien nieuwe,
kleine kweepeerboompjes ontluiken.



Vrouwen zijn voortuitziend en scheuren recepten uit alle
blaadjes die ze onder ogen krijgen. Die stoppen ze dan als
inspiratie in hun kookboek. Kijk, dit hier zit als extraatje
in het grote kookboek van de Boerinnenbond - zoals men
het vroeger noemde.



Dan moeten de kweeperen worden oversopt met water
waar ze langzaam op een zacht vuurtje in zullen koken
en sudderen. Roeren, roeren, en geduld hebben. Tussendoor
een boekje dat op de knieën ligt lezen of wat mijmeren terwijl je
uit het keukenraam kijkt. Of  wat ijveriger nog: ondertussen
de confituurpotjes afwassen. Hou ze in de loop van het jaar
maar klaar voor het komend inpotseizoen!

Als alles gekookt is en gaar en mals: de verkookte vruchten
door een fijn doek persen, en enkel het zuiverste sap overhouden.
Daar suiker bij, en koken weer tot je de  mooi roodroze stroop
in bokalen kan gieten. Een dekseltje erop en in de kelder
te slapen zetten tot het deksel wordt gelicht en een mes het
lekker goedje op een bruine boterham open zal smeren.
Mmmmmm! Lekkerlekker! En dat van eigen boompje in
de eigen boomgaard, en van eigen pluk- en snij- en roerwerk!
Al geef ik graag toe dat meter me met haar geduld en wijze
raad terzijde stond. En waarom niet: dat doet ze graag - en goed.




Posted by Picasa

vrijdag 17 september 2010

Nestje bouwen



Er wordt aan hun nestje gebouwd.
Het staat in de steigers.
Speels hebben zij of hun bekenden
er hun namen op gezet.
Forever!
Straks wordt alles dichtgemetseld,
maar de belofte blijft.
Op mooie zomerdagen
en koude winterdagen
zullen zij er samen leven.
Als in de bast van een boom gekerfd
zal het er blijven staan,
als een herinnering
en een belofte in hun hart.
Mogen we het hopen:
hun toekomst is door dik en dun
verzekerd want er is
dit weldoend vuur van hun verbintenis.
Posted by Picasa

donderdag 16 september 2010

Regen op het juiste moment

Of ze dat nog deden, hadden ze hen gevraagd, bidden voor goed weer
op bij voorbeeld een trouwdag, in ruil voor wat eieren?
"Jawel", hadden de zusters geantwoord.
"We bidden voor regen 's nachts, en ook nog eens voor een goed huwelijk,
want dat lijken de mensen bij
al die tweederangsbekommernissen te vergeten."

Mooi dus, die nuances.
Ze bidden niet voor geen regen - want regen is vruchtbaar -
maar wel voor regen 's nachts.
En ze vergeten niet te bidden voor de hoofdbedoeling
van de huwelijksinzegening: het gelukkig samenzijn.
De eieren, die waren symbolisch, daar hielden
de mensen blijkbaar aan vast.
Dat mocht voor hun part ook iets anders zijn -
alles waar mensen mee door in leven
en welzijn blijven, niet alleen gekookte of gebakken eieren
of gewonnen (of verloren?) brood of eierkoek.

woensdag 15 september 2010

Hongerige zwerver

Plots stond hij bij mijn moeder aan de buitendeur,
en vroeg (in welke taal, dat weet ze al niet meer)
of hij een boterham kreeg. Dat woordje 'boterham'
had hij in elk geval toch goed verstaanbaar
kunnen maken.

Ze wou hem die boterham wel geven (ze was
altijd al gul van hart) maar durfde daarvoor toch niet
naar binnen te gaan. Ieder kent toch die verhalen wel:
ze volgen je naar binnen, en dan...
Dus: het deed haar pijn, maar hem binnenshuis
een boterham gaan halen, zodat hij misschien achter
haar aan... - nee, dat risico wou ze niet nemen.

Ze wees hem dan maar de weg naar onze bakker toe:
daar kon hij zeker wel iets krijgen. Hij zal haar
angst begrepen hebben (hij zag er vermoeid en
verwaaid uit; hij had veel eenzame, treurig makende
watertjes doorzwommen; hij wist was vrees is) want
lijdzaam knikte hij van ja.

Alleen op een paar appels op het tuintafeltje wees hij
haar nog: of hij die dan misschien mee mocht nemen?
Ze beaamde heftig van "natuurlijk,ja."  Naar de harde
kweepeer die er ook lag vroeg hij haar niet, en zij
durfde ze niet te geven (het zou zijn als stenen in plaats
van brood te willen geven).

Toen sjokte hij gelaten weg. Er waren steken in haar hart.
Elke mens is op zijn minst toch een snee brood waard.
Of zelfs hele bakkerij!
Maar een oude vrouw alleen. Terecht was ze wat bang.
"Zolang je buiten bent kan je tenminste nog naar iemand
roepen,"' zei ze. "Maar als ze met je mee naar binnen
gaan, dan zit je daar gevangen en zijn zij de baas."
Misschien was hij wel niets van plan, maar toch...

En daar blijft veel liefdadigheid in steken: men is
bang voor misbruik. En argwaan blijft bestaan.

dinsdag 14 september 2010

Zo stil als water



Ik vond ze zo ontroerend mooi, de
kerk van Droeshout gezien van hoog
daar binnen in de watertoren. Een paar
raampjes in de rondte, en één daarvan
dus pal met uitzicht op de kerk.
Sterk werk toch allemaal, wat mensen
bouwen, vroeger en nu.
Kerkelijke hoogtepunten en burgerlijke.

En bedenken dat daar in die ronde
watertoren meestal zo een vreemde
stilte heerst. Wat water dat druppelt
of doorheen de buizen loopt. Een pomp
die aanslaat. Het bassin daarboven dat
zich ruisend, zwaargewichtig vult.

Maar meestal stilte. En ook, ondergronds,
wonderbaarlijk: water dat zomaar,
zonder schijnbaar enige moeite,
godgegeven, door buizen en mensen geleid,
geruisloos naar al die kamers in al die
zo vanzelfsprekend geworden,
vlot bewoonbare huizen glijdt.

Posted by Picasa